Naar bed, naar bed
Naar bed, naar bed
Au lit, au lit
Jeu de doigts
Jeu de doigts
(Néerlandais)
(Français)
"Naar bed, naar bed" : zei Duimelot (duim),
"Eerst nog wat eten": zei Likkepot (wijsvingen)
"Waar kunnen we dat halen?": vroeg Langejan (middelvinger)
"In grootvaders kastje": zei Ringeling (ringvinger)
"Dat zal IK verklappen": zei het Kleine Ding (pink)
"Au lit, au lit" : a dit Poucinot (= pouce)
"D'abord, il faudra manger" : a dit Lèchepot (= index)
"Où est-ce qu'on peut en trouver ?" a demandé Grand Jean (=majeur)
"Dans le petit placard de Grand-Père" : a dit Bagodoigt (= annulaire)
"Ça, MOI, je vais le rapporter !" : a dit le Petit (= auriculaire)
Remerciements
Merci beaucoup à Katleen Vanagt pour cette comptine.
Dank u wel!
Publicité